SLECHTE ROOKGASAFVOER
FOUT: SLECHTE VERBINDING MET BESTAAND ROOKKANAAL
Indien men een bestaande niet-condenserende ketel vervangt door een condenserende, mag men die laatste niet zonder meer aansluiten op het bestaande afvoerkanaal (schouw). Aangezien de rookgassen bij condenserende ketels verder afgekoeld worden, zijn die immers compacter en zwaarder, waardoor hun stijgkracht vermindert en er een lagere trek ontstaat. De condens van de schoorsteen moet ook terugvloeien naar de ketel, waardoor de horizontale delen een daling moeten hebben van 3°, wat neerkomt op een daling van 5 cm/meter.
OPLOSSING:VOORSCHRIFTEN FABRIKANT VOLGEN
Het is daarom belangrijk om enerzijds te zorgen voor een aangepaste dimensionering van het schoorsteenkanaal via de voorschriften van de fabrikant en anderzijds om de schoorsteen-wanden te isoleren. Het afvoerkanaal van de condensatieketel moet bovendien bestand zijn tegen de corrosie die veroorzaakt wordt door het condenswater dat erin terechtkomt. Traditionele gemetselde schouwen, of schouwen die opgebouwd zijn uit niet-bestendige schouwpotten, voldoen niet aan die eis. In dat geval zal er een voering vereist zijn. De meeste fabrikanten stellen dan alternatieven voor, bijvoorbeeld gesloten ketels die werken in overdruk.