Hoe plaats je een vorstvrije buitenkraan?

Je ziet het in de wintermaanden nog aan oudere huizen: een buitenkraantje ingepakt met isolatiemateriaal, in de hoop dat de vrieskou het water in de kraan niet zou bereiken … Het is zo: water zet uit als het bevriest. Dat gebeurt met nogal wat kracht, en hierdoor kunnen leidingen barsten en kranen beschadigd raken.  De oplossing is een vorstvrije buitenkraan. Daarbij wordt het water dieper in de muur afgesloten. De kou buiten kan dan geen kwaad.

 

Gat in de muur

Begin met het gat door de muur te boren. Zorg dat je vanuit dat boorgat naar beneden een sleuf hebt. Daarin kun je de toevoerwaterleiding laten toekomen. Aan de binnenzijde van de muur mag het niet vriezen. Steek nu een koperen buis door de opening.

 

Zaagmaatje

Nu ga je naar de buitenzijde van de muur. Steek daar eerst de rozet van de kraan over de koperen buis en daarna het kunststof ringetje. Dit ringetje is namelijk het zaagmaatje: het toont je waar je de buis kunt afkorten. Teken die positie af.

 

Buis op maat

Een koperen buis op maat zetten lukt zeker met een zaag. Toch kies je beter voor een pijpensnijder: je werkt sneller en preciezer. Klem de snijder over de buis en draai die enkele keren rond. Span wat meer aan en draai nog eens. Herhaal tot de buis breekt.

 

Rozet vastzetten

Nu kun je de rozet vastzetten. Plaats die eerst over de buis en teken de bevestigingspunten af. Haal de rozet weer weg en boor op die plaatsen een gat. Breng zeker een plug aan in de booropening. Daarna kun je de rozet gewoon vastschroeven.

 

Staaf op maat

Bij een vorstvrije buitenkraan zit er een lange staaf in het laatste eind van de buis. Die staaf zorgt ervoor dat je de buis verder van de kraan, dieper in de muur, kunt afsluiten. Het laatste eindje buis voor de kraan bevat dus geen water.

Dat is meteen ook de reden waarom de kraan bestand is tegen vriestemperaturen. Ook die staaf moet op maat worden gezet: steek de staaf in de buis, plaats er het zaag­maatje op, teken de juiste lengte af en snij op maat.

 

Kraan plaatsen

Nu gaan we de eigenlijke kraan plaatsen. Aan de binnenzijde zie je een uitstekend deel, daarmee wordt de staafsluiting aangestuurd.

 

Rubberen ring

Om een perfect waterdichte aan­sluiting te garanderen, plaats je een rubberen ring op de kraan, en een conisch afsluitstuk op de buis.

 

Schroeven

Daarna kan de kraan er op. Twee schroeven houden de kraan vast aan de rozet. Die kun je vast­draaien met een schroef­machine.

 

Waterleiding langs binnen

Op dit moment kun je ook de aansluiting van de water­leiding aan de binnenkant voorzien. Je koppelt bij­voorbeeld de koperen leiding met een hoekkoppelstuk vast aan de flexibele watertoevoer­leiding.

 

Sleutel

In tegenstelling tot een klassieke kraan heeft dit kraantje een verwijderbare sleutel. Mocht het kraantje zich op een makkelijk bereikbare plek bevinden, dan kun je zo beletten dat het kraantje door onbevoegden open wordt gezet.

 

Gewone buitenkraan afsluiten

Heb je een gewone buitenkraan die nog naar behoren werkt? Dan hoef je die uiteraard niet te vervangen, maar sluit je die in de winter gewoon af. Draai daarvoor de stopkraan dicht en laat de buitenkraan lopen tot al het resterende water uit de leidingen is gelopen. Kan je de buitenkraan niet afsluiten? Bind die dan af met een doek en doe er een plastic zak of folie rond.